Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de overheid. Een negatief saldo geeft aan dat de overheid een tekort heeft: de uitgaven zijn groter dan de inkomsten. Het EMU-saldo van de lokale overheden telt mee voor het saldo van de totale Nederlandse overheid en draagt daarmee dus bij aan het EMU-tekort of overschot van de landelijke overheid. In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen.
Op basis van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet FIDO) behoort ingrijpen door de centrale overheid tot de mogelijkheden bij een dreigende overschrijding van het 3% EMU-tekort, voor zover dit wordt veroorzaakt door een ongewenste ontwikkeling van het saldo van de lokale overheid. Afspraak is dat het EMU-saldo in de begroting van de lokale overheden wordt opgenomen, zodat er inzicht is in de ontwikkeling daarvan.
In onderstaand tabel geven wij de verantwoording van het EMU-saldo over 2022 weer. Het verschil tussen de cijfers uit de jaarrekening 2022 en de bijgewerkte cijfers tot en met september 2022 is € 5.249.000 voordelig. Een van de grootste oorzaken is een voordeliger saldo van baten en lasten van € 8.921.000. Tevens is de mutatie in de voorraden ongunstiger dan de bijgewerkte cijfers ad € 4.931.000. Daar staat weer een boekwinst tegenover van € 2.905.000.
